Mensen vragen mij weleens, wat ik daar nu zo leuk aan vind, aan die journalistiek. Interviewen, zeg ik dan. Bijna elke keer als ik dat antwoord geef, kijk ik een tikkeltje bijdehand naar mijn gesprekspartner en beginnen mijn ogen als vanzelf te stralen. Controlevragen stellen, quotes jagen en uitdagen tot antwoorden. Dol ben ik er op.
Deze maand begin ik aan de master Journalistiek. Wringt dat niet, een academische opleiding over een praktijkvak, merkte een vriend scherp op. Ik moest hem deels gelijk geven. Het gebeurt niet zelden dat ik in de collegezaal weg droom en denk aan de interviews en reportages waar ik in mijn vrije tijd mee bezig ben.
Ik denk dat de master Journalistiek mij een flink stukje verder helpt. We onderzoeken 'de wereld van de media' en ontdekken hoe journalisten met bronnen omgaan. Ik verwerf dankzij mijn opleiding inzicht in moeilijke, journalistieke vraagstukken en ik hoop dat ik daar uiteindelijk scherper en sterker van word. Toch weet ik ook dankzij die opleiding dat ik liever zelf vragen stel, dan dat ik het systeem analyseer waar mijn interviews een piepklein deeltje van uitmaken.
Ik weet dat ik veel van mijn opleiding leren zal, maar als ik per dag zou moeten kiezen wat ik zal gaan doen, dan wist ik het wel. Ik zou er dag na dag voor kiezen om op pad te gaan, op jacht naar de antwoorden die mijn bronnen zullen geven. Als ik daar aan denk, dan krijg ik - ook in de collegezaal - een tikkeltje bijtehante trek op mijn gezicht en beginnen mijn ogen te stralen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten